
Het wispelturige karakter van de Atoll DAC200 Signature
Inhoud
Er is geluisterd van CD met de Audiolab 6000CDT en een Raspberry Pi4 met Audirvana Core software.
De Raspberry Pi is met een Audioquest Cinnamon USB kabel direct op de Atoll aangesloten, er zijn geen USB-filters of digital-to-digital converters gebruikt. De Pi heeft geen schone USB-uitgang, maar Atoll heeft de USB-ingang zeer goed geïsoleerd. Een goede streamer zal tot een nog beter resultaat leiden, maar al luisterend was er geen kriebel om beter te willen.
De Atoll DAC legt de nadruk op het hoog-midden en kan daardoor wat pregnant klinken. Desondanks klinkt het niet scherp, het is voornamelijk het karakter van de gebruikte SABRE ES9028PRO DAC chip. In combinatie met het wat donkerbruine karakter van Atoll versterkers is de balans waarschijnlijk goed.
De ES9028PRO DAC is al wat ouder en specificatie fetisjisten kunnen hier over vallen. Dat is onterecht. In een direct vergelijk legt een oudere technologie het vaak af tegen de nieuwste DAC-chips op eerste gehoor, maar als je wat langer luistert dan merk je dat oudere CD-spelers en oudere DAC’s vaak veel beter het gevoel in de muziek weten over te brengen op de luisteraar, ook al klinkt het op eerste gehoor niet heel spetterend of verzadigd in toonkleur.
Transparantie bereiken gaat niet zonder slag of stoot
Sommige aquaria weten de illusie op te roepen dat je onder water bent, alsof het glas tussen jou en de vissen er niet is. De DAC200 kan soms de audio set laten verdwijnen, maar zeker niet met iedere opname.
De Atoll DAC200 is een kritische DAC, gevoelig voor de kwaliteit van het materiaal dat aangeboden wordt. De DAC is vrij naar voren spelend, detaillistisch, precies in het gebied waar ons gehoor het meest gevoelig is voor variaties. Je hoort vooral een “correct” klinkend geluid, gespeend van warmte. Dit geeft veel inzicht in de muziek, maar kan ook enigszins afstandelijk klinken. Maar niet altijd! Soms valt de muziek plat en soms klinkt het glorieus. De Atoll DAC200 is een beetje nukkig en niet helemaal voorspelbaar.
Dat kritische komt goed tot uiting in Talk Talk’s “The Colour of Spring” van CD. Dit is een mix waarin details en gelaagdheid op de voorgrond zijn geplaatst door de engineer. Met de Atoll valt op dat bekkens en drums zijn benadrukt, net als de nylon snaren van een ritme gitaar. De hoge tonen klinken niet glazig, maar wel erg droog.
Het karakter van de Audiolab 6000CDT komt duidelijk door, het springerige ritme, de ronde zwier in de bas, het is allemaal hoorbaar. Met de Art Speak SPDIF kabel is het alsof je achter de noten kan luisteren. De hoeveelheid detail en nuance in klanken die de Atoll DAC dan laat horen is verbazingwekkend. Met de Audioquest Forest is het wat relaxter luisteren, omdat de Art Speak kabel in combinatie met de detailrijkheid van de Atoll DAC te veel van het goede wordt. Het blijft iedere keer weer een verbijsterende constatering wat een coaxkabel kan doen.
Kritisch betekent ook dat er positieve uitschieters zijn. Dit zijn dan gelijk enorme uitschieters en dat is waar het volgende deel van de review op ingaat, want de Atoll DAC200 kan een muziekbeleving bieden die je de adem ontneemt.
Hallo Martijn, Wederom een mooi verslag van je bevindingen. Ik heb het weer met plezier gelezen. Op een gegeven moment was ik nieuwsgierig naar de rest van de set-up en daar viel mij op dat de gebruikte luidsprekers er niet bij staan. Is dit een bewuste keuze of ben je het vergeten te vermelden?
Sinds jaar en dag de Audio Physic Spark ii speakers. Dat is inmiddels vintage denk ik 😉
Er is niets mis met vintage. Bedankt voor de aanvulling.
Bedankt Martijn voor weer een gedegen en bruikbare review!