ToneWinner Sound
Inhoud
We hebben hoofdzakelijk op twee manieren geluisterd: via de gebalanceerde, analoge ingangen en via de d/a-converter (optisch, aangezien dat de kabel is die je meekrijgt). We hebben ook de MM phono-ingang getest.
Tevens hebben we de modi geschakeld: klasse A en klasse AB. Automatisch schakelde bij ons automatisch naar A door het ‘normale’ volume waarop we luisteren en de vriendelijke belasting van de TAD Evolution Two’s.
Schoon!
Wat direct opvalt als we met de playlist starten, is hoe schoon deze versterker klinkt. We horen geen enkel randje, geen scherpte… en opvallend veel ruimte én vloei voor een versterker in deze klasse. ToneWinner heeft echt goed werk geleverd met de pre- én power-amp van deze AD PRO3+.
Deze rust, vloei en schoonheid is zeker goed hoorbaar in klasse A, waarbij het nét iets schoner klinkt en stereobeeld nog wat meer om ons heen komt te staan dan in klasse AB. Verder horen we niet héél veel verschil tussen deze twee modi. Waarschijnlijk omdat we niet echt uit klasse A komen; zelfs niet als hij in AB-modus staat.
Als we een direct – en totaal ridicuul – vergelijk maken met de Pass Labs combinatie, horen we natuurlijk dat de Pass Labs nog wat meer vloeit en wat meer gloed en rijkheid toont, maar besef dat deze geïntegreerde versterker mét dac en phono-stage 2395 Euro kost! Met dat in het achterhoofd is dit serieus knap!
We hebben veel soorten muziek voorbij laten komen. Van Muse tot Porcupine Tree, Steven Wilson, Massive Attack, The National en bijvoorbeeld Vini Vici en Astrix. Kortom: van Rock tot House en wat vocal werk. Zoals het hoort heeft de ToneWinner geen voorkeur als het gaat om genres, grof of fijnzinnig werk: u hoort gewoon wat er aangeboden wordt; maar dan versterkt. Puik werk.
Vinyl
We hebben ook een paar platen gedraaid met de STD-tafel met het Le Son SL1 MkII element. Het resultaat is opvallend goed: heel stil, schoon en gewoon erg muzikaal. Kortom: conclusie is dat het analoge deel van deze versterker piekfijn op orde is!
Digitaal
Maar we moeten wel één ding aanstippen. De gebalanceerde, analoge ingang wordt gevoed door de Sonnet Pasithea converter. Die krijgt zijn signaal van de Mutec MC3+ met REF10-120 klok. De AlphaPC met Jcat-kaarten voedt de Mutec MC3+. Die combinatie is natuurlijk heel prettig.
Als we vanuit de Mutec MC3+ direct naar de dac van de ToneWinner gaan (en dus niet door de Sonnet-dac), dan horen we wel een verschil in rijkheid. De geïntegreerde dac van de ToneWinner komt wat koel en wat ruwer over in vergelijking met de Sonnet.
Nu hadden we niet verwacht dat het op gelijk niveau zou zijn – de Sonnet Pasithea kost immers 6000 Euro -, maar het verschil is best wel groot, eerlijk gezegd. We missen vooral diepte en kracht in het laag. Maar ook wat vloei en ‘vlees’ in het middengebied. Ballen, om het maar een woord te geven.
ToneWinner heeft een ESS Sabre 9038pro gebruikt; een chip die we goed kennen en waarvan we wéten dat hij wel wat beter kan presteren, mits goed geïmplementeerd. Onze inschatting is dat het standaard filter is gebruikt en/of dat de klok die de dac-chip aanstuurt niet écht op niveau is. Allemaal geen drama, gezien de prijs. Maar wel een puntje van verbetering, gezien het niveau van de versterker! We gaan kijken of we dit nog na kunnen meten; de pcb is wel lastig ingebouwd namelijk.
